Om de kweek rendabel te houden zullen we verplicht zijn om met tropische soorten te kweken. De inheemse soorten kweken is niet rendabel. Verder zou de kweek van inheemse soorten pas beginnen te lopen als de kweek van onze jongen op het einde loopt. Daarom moeten we
soorten kiezen die geen winterrust nodig hebben zodat we ze het ganse jaar rond kunnen kweken. Een veelgestelde vraag is dat die inheemse soorten veel beter zijn voor onze vogels. Natuurlijk is dat zo, alles die in de natuur voortgebracht wordt is beter dan het gene die we
kweken. Indien we toch met onze inheemse soorten zouden kweken, dan zal de voedingswaarde ver onder die liggen van de wildvang krekels. Wanneer we kijken naar inheemse soorten en de tropische soorten die we kweken, dan zal er weinig of geen verschil zijn in voedingswaarde.
Het is vooral het gene die we hem aanbieden om te eten die van belang is. Hoe voedzamer we ze opkweken, hoe groter de voedingswaarde.
Te kweken soorten
|
Huiskrekel Acheta domestica:
Dit is de meest gekweekte krekel. Hij is afkomstig uit Noord-Afrika, maar hij is ook te vinden op warme plaatsen in Europa (vb. bakkerijen en industriėle activiteit) Hij is licht tot donker bruin en is ongeveer 2.5 cm lang, met voelsprieten van ongeveer 3 cm.
Typisch is zijn zwarte streep tussen ogen. Ontsnapte dieren overleven in de huiskamer.
|
|
De tweevlekkige veldkrekel Gryllus bimaculatus:
Deze 3,5 cm grote zwarte krekel houdt het minder lang uit in de leefkamer, maar het kan toch enkel weken duren voor ze sterven. Deze krekel is afkomstig uit het middellands-zee gebied, ze houden veel meer lawaai dan de huiskrekel en hebben een harder pantser.
Bepaalde dieren houden er niet van.
|
|
Steppekrekel Gryllus assimilis:
Deze soort komt minder voor in de handel, al hoewel hij heel weinig tsjirpt en dat hij het niet uithoudt in de leefkamer. Qua uiterlijk gelijkt hij de op de tweevlekkige krekel, maar hij is geelbruin van kleur met een bruine tekening.
|
|
Bandkrekel Gryllus sigillatus:
Deze soort gelijkt zeer goed op de huiskrekel, maar heeft een zwarte strepen op het borststuk en een streep op het onderlijf. Ze kunnen langdurig tsjirpen, maar overleven ook niet lang in de woonkamer. Deze soort is erg productief.
|
Kweken
Om te kweken zullen we bakken moeten hebben die ongeveer 80 op 50 op 50 cm zijn. Er moet voldoende verluchting zijn om eventuele mijten- invasies tegen te gaan. Het gaas moet uitermate fijn zijn om de zeer kleine stofkrekeltjes tegen te houden. Zo zullen ook alle deksels
voldoende dicht zijn om die stofkrekeltjes in de bakken te houden. Ik kan er nu reeds op wijzen dat het quasi onmogelijk is dat er nooit krekels zullen ontsnappen. In onze kweekbakken plaatsen we voldoende schuilmogelijkheden, een pot met voedsel en een eilegbakje dat
gevuld is met vochtige oude potgrond (zonder insecticiden). Boven op het potje leggen we een metalen horrengaas. Zo wordt er belet dat de krekels hun eigen eieren opeten. De aarde moet goed vochtig gehouden worden. Na enkele dagen zullen we zien dat het bakje reeds vele
eieren bevat en dan kunnen we het bakje vervangen door een nieuw. Het weggenomen bakje wordt in een nieuwe opkweekbak geplaatst. Op deze manier zijn we er zeker van dat alle uitgekomen jongen van ongeveer dezelfde leeftijd zullen zijn en ook even groot zullen zijn en zal
kannibalisme minder voor komen. Zorg voor een vochtigheid die tussen de 50 en de 70% ligt, en we zorgen voor een temperatuur van 30°C. Deze temperatuur moet zo goed mogelijk verdeeld zijn over de kweekbak om groeiachterstanden tegen te gaan. Wanneer we met lagere
temperaturen kweken, dan zal een cyclus veel langer duren. Bij 20°C zal een volledige cyclus ongeveer 1 jaar duren, bij 30°C. zal dit ongeveer 2-3 maand duren. Dit is een interessant gegeven voor degene die te vlug kweken en onze vogeljongen zijn er nog niet. We kweken de
krekels op tot ze half volgroeid zijn en zetten ze dan op een temperatuur van 20°C en de verdere groei zal enkele maanden duren. Beneden de 20°C mogen we ze, gedurende langere duur, niet plaatsen. Als voedsel geven we kippenlegkorrels, honden of kattenbrokken of visvoer.
Om voldoende vocht toe te dienen geven we fruit en of bladgroenten. Fruit geeft het voordeel dat de krekels op deze manier ook vitamines krijgen. Oppassen met bepaalde groenten, ze kunnen gesproeid zijn met insecticiden en op deze manier giftig zijn voor onze krekels.
Verder kunnen we ook een bundeltje gras die is samengebonden met een elastiekje in de bak plaatsen. Van gras zijn we vrij zeker of het gesproeid is met insecticiden of niet. Na enkele dagen kunnen we het vrij eenvoudig terug uit de kweekbak verwijderen door krekels ervan te
schudden.
Voeren
Als voedsel moeten we er rekening mee houden dat enkel goed gevoederde krekels voldoen aan de eisen die we stellen om onze jongen mee op te kweken. Krekels die dienen om te voeren, worden het liefst de laatste week apart gehouden en krijgen een dieet van gewoon voedsel
aangevuld met een vitamine-calcium preparaat. Hierdoor wordt de slechte verhouding van calcium / fosfor min of meer in evenwicht gehouden. Zo zullen goed gevoederde krekels een betere voedingswaarde hebben dan maden van vleesvliegen en ook beter dan meelwormen, moriowormen
en sprinkhanen. Om echt tot een goede verhouding te komen zullen we de krekels net voor het voeren wat bevochtigen en bepoeieren met vitamine-calcium preparaat (vb). Wanneer we vrouwtjes voederen is het aan te raden om de legboor te verwijderen. Op deze manier is het niet
meer mogelijk om de eieren onder de grond te leggen. Eieren die op de grond liggen zullen verdrogen en niet meer uitkomen. Anders is het best mogelijk dat er tijdens een warme zomer een krekel probleem ontstaat bij u thuis of bij de buren.
|
Voordeel
|
nadeel
|
Voedingswaarde:
|
|
Vrij laag
|
Nodige tijd:
|
|
Dagelijks
|
Bewaartijd:
|
Gedurende enkele weken
|
|
Kostprijs:
|
|
energie
|
Kweekduur:
|
3 maand
|
|
|