Wanneer we grotere wormen van doen hebben, kunnen we overgaan tot het kweken van moriowormen (Zophobas morio). Dit zijn de wormen van de moriokever die een lengte heeft van 3 cm en de wormen zijn ongeveer 5 cm. Ze hebben echter wel dezelfde nadelen dan de meelwormen, dat
ze "kunnen" de oorzaak zijn dat de ingewanden beschadigd worden indien ze niet dood gebeten worden.
Kweken
De wormen zijn alleseters, zelf hun eigen soortgenoten, waardoor ze ruim moeten gehuisvestigd zijn. Als bodem gebruiken een laag van 10 cm vochtige bladgrond of turf. Hierop leggen we eierkartons om het kannibalisme tegen te gaan. Verder leggen we op de grond stukken
vermolmd houd of kurkschors, die dienst doet als verpoppingsplaats. De grote kevers leggen hun eieren in de schors en na een tiental dagen komen de jongen uit. Ze eten alles en we zullen ze voederen met honden- of katten brokken, fruit en bladgroenten, indien we veel
hondenbrokken geven, dan moeten we ook meer vocht toedienen door middel van fruit die voldoende vocht bevat. Verder hebben ze een vochtigheidsgraad die rond de 70% of hoger ligt. Daarom sproeien we iedere dag met een plantenspuit of leggen we een vochtige doek op de aarde.
Voeren
Zoals bij meelwormen zullen we enkel net vervelde wormen geven. Die zijn gemakkelijk te herkennen doordat ze wit van kleur zijn. Moriowormen die opgevoed zijn met hondenbrokken zijn vrij voedzaam en zullen enkel bepoederd worden met wat extra kalk.
|
voordeel
|
nadeel
|
Voedingswaarde:
|
Indien goed gevoed
|
|
Nodige tijd:
|
X
|
|
Bewaartijd:
|
Indien koel bewaard
|
|
Kostprijs:
|
X
|
|
Kweekduur:
|
|
5 maand
|
|